Ieder jaar vinden we bij excursies zowel van planten als van paddenstoelen, Pijpenstrootje; een grassoort. Het is een van de algemeenste grassen en vooral in natuurgebieden en vooral in heidegebieden neemt het t.g.v. extra stikstof steeds meer toe. Op de bloeitop zien we vaak een soort paddenstoeltje: Pijpenstrootjemoederkoren. Vroeger kwam moederkoren ook op graansoorten (vooral Rogge) voor en van eten van besmet graan konden mensen ernstig ziek worden. Het donkere paddenstoeltje op de eerste foto is zo’n sclerotium. Daaruit kunnen ongeslachtelijk gevormde sporen komen die zich kunnen verspreiden en nieuwe vestigingsplekken bereiken. Nu is wel eens gezegd dat er ook een geslachtelijke vorm is: een stroma, waaruit sporen van twee geslachten vrijkomen die bij samenkomst weer nieuwe schimmels en paddenstoelen kunnen ontwikkelen. Ook Maud Maas Geeesteranus had daarvan gehoord en deed een experiment. Ze legde wat grastoppen met Moederkoren in een doosje met vochtige aarde en wachtte lang af. Deze week zag zij ineens kleine paddenstoeltje verschijnen – de Stroma’s- en zij heeft die gefotografeerd. Wat kan geduld toch iets moois en bijzonders opleveren….
Pijpenstrootjemoeder- koren
