NVZ © 2011

 

 

 

 

 

 

Home Algemeen Bestuur Contact Lid worden Uitgevoerde activiteiten
Nieuws Agenda Werkgroepen Waarnemingen Archief Linkpagina Sponsoren

 

 

Nachtvlinders in Zuidwolde: overzicht over 2015


Sinds 2014 is Theo Bakker, die vanuit Gelderland in Drenthe is komen wonen, coördinator geworden van de nachtvlinderwerkgroep van Natuurvereniging Zuidwolde. Het leek hem leuk om eens “het jaar rond” te kijken naar wat er in en om de Vlindertuin in Zuidwolde aan nachtvlinders was waar te nemen. Nu waren er de afgelopen jaren al heel wat waarnemingen gedaan, maar een jaar lang systematisch alles volgen leek ons mooi.


Er werd steeds gewerkt met lamp en meestal ook met wat smeer op de vrijdagen die het dichtst bij nieuwe maan lagen. Achtmaal werd op de vrijdagavond de lamp in de Vlindertuin neergezet en kwam een grotere of kleinere groep belangstellenden kijken bij de vaste groep nachtvlinderaars. Het werd een jaar met enorme tegenstellingen. De eerste keren was het veel te koud en alleen omdat er diehards in de groep zitten werd de avond niet afgelast…, maar de aantallen waren zeer gering. Hoe anders werd dat in juli en augustus met schitterende avonden en nachten, ideaal vlinderweer en grote aantallen soorten. Trouwe deelnemers waren Theo Bakker zelf, Ernstjan Penninkhof, Edwin de Weerd, Esther Metselaar en Joop Verburg. Anderen kwamen incidenteel een avond meedoen. Er was afgesproken dat er ook gerust tussendoor nog wel gekeken kon worden en dat gebeurde ook regelmatig vooral door Joop Verburg, die naast de Vlindertuin woont.


Vrijdag 20 maart: de eerste avond. Het was niet bepaald een avond om nooit te vergeten. Wel een paar leuke soorten: 4 soorten voorjaarsuilen en de voorjaarsbladroller. Totale oogst 2 soorten micro en 5 soorten macro.


Vrijdag 7 april: 7 soorten macro (met Nunvlinder, Roesje en Vroege spanner) en 3 soorten micro’s (met Kortvleugelvoorjaarsmot en Scherphoekvedermot).


17 april: dikke jassen en vroeg stoppen want het was superkoud. 7 soorten macro’s, maar verse exemplaren van Hazelaaruil en Eikenwel de eerste keer dat de Gevlekte winteruil op bezoek kwam. 1 micro, maar wel een schoonheid: de Eikenpurpermot. Een paar dagen later vertoonde zich ook de Eikentandvlinder.


Micro’s in mei overdag

De Vlindertuin ligt op de Volkstuincomplex van Zuidwolde, dus vreemd was het niet dat ook de Preimot enkele keren overdag werd waargenomen. Niet op licht of smeer maar gewoon vaak in het vrije veld liet de Weegbreemot zich veelvuldig zien. Schijnbaar onooglijk, maar prachtig in detail. Ook verschillende langsprietmotten zijn mooi overdag te bekijken, zoals de Smaragdlangsprietmot en later de Geelbandlangsprietmot in hun eindeloze paringsdans.

Leuk is dat ieder jaar op de Veronica chamaedrys, de Gewone ereprijs, in de Vlindertuin de Cauchas fibulella, de Dwerglangsprietmot is te zien en dit jaar was daarbij ook de Micropterix arucella, de Vroege oermot aanwezig, nog kleiner dan een deelblaadje van een Ereprijsbloempje. Verder de Dichrorampha’s de Geisha’s, de Oosterse schone, de Hertshooibladroller, de Zilvervlekbladroller en de altijd aanwezige Brandnetelbladroller. Ook een soort als de Parelmoermot en de Bontebrandnetelmot zijn altijd te vinden tussen de Brandnetels.

Opvallende verschijning was de Dwergvedermot die zich onafgebroken bij Koninginnekruid ophield. De Esperiamot rukt kennelijk ook in Drenthe op gezien de aanwezigheid in de Vlindertuin. Theo Bakker vond op de Fijne kervel ook nog de Gloriemot, een juweeltje! Ook het Koolmotje en de fraaie Gemarmerde koolmot vielen regelmatig te bewonderen. Opvallend was dat er enorm veel strozakjes te vinden waren van de Gewone zakdrager.


12 mei: 10 macro’s en 3 micro’s, Ook daarbij weer bijzonderheden als de donkere vorm van de Mendicabeer en de Gepijlde micro-uil.


Vrijdag 15 mei: het was geen nachtvlinderweer, storm en regen, dus de lamp is niet aangezet.

21 mei: een week later maar een nieuwe poging: 19 macro’s en 6 micro’s waaronder de Meidoornduifmot en de Oosterse schone.

22 mei: werd het langzaamaan beter met 13 soorten micro’s (met gewoon kroeskopje, Hommelnestmot en bleke kaartmot) en 27 soorten macro’s (met Vroege blokspanner, Zwartvlekdwergspanner en de eerste pijlstaart, de Populierenpijlstaart.

We zouden ook wel een apart verslag kunnen maken van de vele ‘’bijvangsten”. Ontelbaar veel vliegjes, muggen, wespen, cicaden, kevertjes groot en klein kwamen ook op het licht af. Sommige soorten zoals de Meikever gaven je soms de kriebels wanneer ze weer luid brommend op het doek neerstreken en voortdurend onrust veroorzaakten. Direct in een potje er mee en opsluiten; dat was de oplossing. Dat gold ook voor de Hoornaars, die er een onhebbelijk gewoonte van maken om in hoog tempo van beneden naar boven te kruipen en onderweg als een soort stofzuiger alle kleine insectjes op te vreten en dan weer beneden en opnieuw beginnen. Ook in een potje er mee. Wat te denken van de bijzondere haft, het Sneeuwvlokje, die in augustus op het laken kwam. Ze komen in sommige jaren in zo groot aantal tegelijk uit het water, dat het wel “zomersneeuw” genoemd wordt.



27 mei: 7 micro’s en 17 macro’s, waaronder ook de fraaie Variabele grasuil.


4 juni: 13 micro’s waarvan enkele nog niet gedetermineerd, maar wel met Gemsmot, Zwammenmot en Bloesempedaalmot (geen wonder gezien de bescherming die de Sleedoorn vanwege de Sleedoornpage in de Vlindertuin geniet) en 32 soorten macro’s waarbij de Zilveren groenuil en de lang niet algemene Witvlakdwergspanner.


6 juni: 6 micro’s en 17 macro’s met Kleine Herculesspanner en voor de allereerste keer de Pauwoogpijlstaart.


11 juni: 14 micro’s en 43 macro’s eindelijk begint er wat schot in te komen. Melkwitte zomervlinder en Leverkleurige spanner laten zich ook bewonderen.


Vrijdag 12 juni: 28 soorten micro’s (met Berkenzebramot, Tienvlekmot, Maanpalpmot, Blauwe distelbladroller, Vaal stamgastje, Geelkopdwergsikkelmot en Witte oogbladroller. En 50 soorten macro waaronder de lang gewenste Gegolfde spanner, ook voor het eerst het Geel spannertje, Lindeknotsvlinder, het Zwart beertje met zijn pastoorsjas aan met rode kraag, Draak en Gevlekte groenuil en Or-vlinder.


Vrijdag 17 juli: een prachtige nachtvlinderavond met 25 micro’s (o.a. Bandpalpmot, Bonte spitskopmot en Grijze grasmineermot) en 41 macro’s met o.a. de Stippelsnuituil die niet eerder in de Vlindertuin gezien was. Jammer dat de avond vroegtijdig moest worden afgebroken omdat de hemelsluizen opengingen en er ineens een enorme stortbui losbarstte.


Juli en augustus: Kolibrievlinders

Inmiddels werd duidelijk dat het het jaar van de Kolibrievlinder zou worden, want daarvan werd door velen melding gemaakt. Meestal gewoon in de eigen tuin op Petunia’s, op Lavendel of op Koekoeksbloemen.


Vrijdag 14 augustus: opnieuw zo’n ideale avond. Ernstjan Penninkhof had een aantal vrienden meegenomen die voor het eerst een nachtvlindersessie bijwoonden. Ze waren zeer gretig en benieuwd, want hun was beloofd dat we zeker ook de grote Pijlstaarten zouden zien. Het werd daardoor een lange avond voor de 13 liefhebbers. Maar de avond was vooral superdruk. Voor de gelegenheid waren er twee lakens opgesteld en het werd heen en weer rennen van de ene bijzonderheid naar de andere. Tijd om aantallen te tellen was er al helemaal niet.

Ca. 80 soorten micro’s op één avond.

Het hield niet op met bijzondere steltmotten en ooglapmottten (3 soorten) en pedaalmotten. Zo zagen we naast Eikensteltmot en Goudvleksteltmot ook de Viervleksteltmot en Hertshooisteltmot, Berken-, Eiken- en Lindeooglapmot, Berkenpedaalmot, Gewone pedaalmot en Goudglanzende pedaalmot. Verder Streepbandmot, Glidkruidmot, Bonte spitskopmot, Eikenpalpmot en natuurlijk de Italiaanse kaneelsikkelmot. We zijn het nog steeds niet eens over de Distelbladroller of de Kommabladroller of de Centauriebladroller (hoewel die laatste gezien de verspreiding wel erg onwaarschijnlijk is, maar je weet nooit) Daar moet Tymo Muus maar eens naar kijken. Ook nog een paar anderen zijn nog niet goed gedetermineerd: winterwerk!

Het aantal macro’s was nog groter: bijna 100 soorten! Hou dat maar eens bij. Echte aantallen van alle soorten hebben we niet kunnen aangeven. Het liep allemaal te veel door elkaar. Twee van de bijzonderste waarnemingen waren de Boksbaardvlinder en van de Rookkleurige worteluil. Naast elkaar zaten de Gehakkelde spanner en de Geelschouderspanner terwijl de Gele oogspanner een nieuweling bij de Vlindertuin was. Op de smeer kwamen zowel Rood weeskind als Karmozijnrood weeskind af, dus we hadden al wel spectaculaire soorten voor al het bezoek. Het werd 1 uur en 2 uur en nog steeds geen pijlstaarten. We besloten toch maar om aanstalten te maken en de boel op te gaan ruimen toen het bekende donkere “trrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr…..” klonk en vlak na elkaar de Populierenpijlstaart en de Pauwoogpijlstaart langskwamen om iedereen alsnog tevreden te stellen.

Wat is nachtvlinderen dan een heerlijke hobby waarop je nooit raakt uitgekeken.


30 augustus: sta je ineens weer met beide benen op de grond. 14 soorten micro’s en 23 macro’s waaronder wel opnieuw de Boksbaardvlinder. Langzamerhand zie je meer najaarssoorten zoals de Piramidevlinder, Vierkantvlekuil en de Gewone breedvleugeluil.


11 september: 4 soorten micro en 20 soorten macro. Het was al weer koud en er waren weinig bijzondere soorten te zien.


Vrijdag 9 oktober: de avond was zo koud, dat het geen zin had om de lamp aan te zetten, dus zijn er geen waarnemingen van die avond.


Wel is de periode september en oktober een aantal keren gesmeerd bij de Vlindertuin met wisselende resultaten waarbij niet echt bijzondere soorten zijn waargenomen. Met name is het jammer dat ook dit jaar (net als alle eerdere jaren) bij ons geen gouduilen zijn waargenomen.

Een paar keer smeren in september:

10 september :14 exemplaren van 7 soorten

19 september: op de smeer komen 25 vlinders van 8 soorten af

27 september: op 10 smeerplekken komt slechts 1 vlinder af; een enkele Agaatvlinder.

22 oktober: 33 exemplaren van 6 soorten waaronder een verse Herfstspanner en de Meidoornuil.

Tenslotte 24 oktober: 45 vlinders van slechts 5 soorten.

Conclusie is dat een jaar lang nachtvlinders op één plek volgen, veel plezier oplevert. Ook zie je iedere avond wel een paar soorten (en soms heel veel) die je de maand er voor een erna niet ziet. Regelmatig volgen biedt dus op zich een goede mogelijkheid om te zien wat er leeft in een klein gebied. Maar……… afspraken met elkaar vooraf, blijken vaak verstoord te worden door ongunstige weersomstandigheden. Te veel avonden zou je liever uitwijken naar een andere avond. Dat gaat weer moeilijk, omdat weinig mensen zich zomaar vrij kunnen maken wanneer het geschikt weer is.


In 2015 hebben we met elkaar 336 soorten nachtvlinders gezien; 133 micro’s en 203 macro’s. Daarbij is een aantal soorten nog niet definitief vastgesteld, dus er is nog werk aan de winkel. Dat gaan we deze winter oppakken en samen –zo mogelijk met hulp van nog anderen – uitzoeken om welke soorten het gaat. Die uitdaging wacht nog op ons, maar zo leren we samen steeds meer.


Joop Verburg, namens nachtvlinderwerkgroep Zuidwolde

 

 

 

Pauwoogpijlstaart voor het eerst in de Vlindertuin

 

 

Esperiamot, nieuw in Drenthe

 

 

Gegolfde spanner. Ook deze (gebreide?) schoonheid is nieuw in de Vlindertuin