Ecoduct ‘’Suthwalda’’ in the picture

Op zondag 12 mei ging een groep van zo’n 25 deelnemers op pad om het ecoduct ‘’Suthwalda’’ te bekijken. Dit is een van de twee ecoducten die zo’n 1,5 jaar geleden over de N48 is aangelegd. Het doel van het ecoduct is  een verbinding te leggen tussen de gebieden aan weerszijden van de snelweg. Dieren kunnen zich nu makkelijk verplaatsen. Ook maakt de verbinding deel uit van de ecologische hoofdstructuur tussen het Reestdal en het gebied van Dwingelderveld, Echten en verderop Duitsland.

De groep deelnemers werd vergezeld en gevolgd door twee journalisten van RTV Drenthe. Ze maakten opnames voor het natuurprogramma ‘’Roeg!’’.  Excursieleider Joop Verburg werd regelmatig voor de camera gehaald om iets over de bijzonderheden van het ecoduct te vertellen.

We startten vanaf de Steenbergerweg en liepen het fietspad van het ecoduct over. Aan de kant van Klein Zwitserland mochten we voor deze gelegenheid binnen de afrastering het terrein van ‘’Suthwalda’’ op. De heuvel is aan weerszijden afgeschermd door mooie, ruige stobben, een goede schuilplaats voor allerlei dieren. Daarachter prikkeldraad om de koeien van het Drents Landschap, die het gebied begrazen, er binnen te houden. En wat laten koeien achter? Juist..,  enorme hopen, mooie droge poep. Poep die veel insecten bevat. Dat liet Joop beeldend zien. Lekker met een stokje (of de handen…) erin roeren. Vele mestkevers, in glanzend zwart, bruin en rood, kropen erin rond. Wat een leven in zo’n hoop!

Het ecoduct doet goed zijn werk. Dat hebben we kunnen zien aan de beplanting die er is gekomen. Bij de aanleg is relatief arme grond, afkomstig van de Takkenhoogte, opgebracht. Deze strook is duidelijk zichtbaar door de donkerder kleur dan het gras aan de buitenzijden. Heideplantjes, hopklaver, voederwikke,  blaartrekkende boterbloem, reukgras ruikend naar hooi, het is er te vinden. De planten zorgen weer voor insecten. Bij de poeltjes in de lager gelegen delen van het ecoduct vonden we lege huidjes van uitgekropen libellen op de pitrus. En wat is er dan mooier ook een verse libel tegen te komen! Nog niet in staat om snel weg te vliegen, bleef een vrouwtje van de platbuiklibel even zitten, zodat we haar goed konden bewonderen.

Naast de flora, is ook de fauna al goed aanwezig. De Natuurvereniging monitort in samenwerking met Het Drentse Landschap wat er op het ecoduct voorkomt. Regelmatig worden sporen bekeken. Sporen van reeën, vossen, dassen , marters , konijnen en muizen zijn al gevonden. Ook camera’s leggen beelden vast van de voorbijkomende dieren. Kleinere soorten, insecten, slakken en reptielen worden onder andere gespot onder neergelegde matjes waar ze onder kruipen.

Al met al een boeiende wandeling.  Er overheen fietsend of lopend kijk ik nu zeker met andere ogen naar dit zich ontwikkelend stukje natuur.

Karin Boer

Excursie op ecoduct Suthwalda	Zwartkopvuurkever
Larvehuidje van uitgeslopen platbuiklibelle