Excursie Kiersche Wijde

Zaterdagmorgen 11 mei togen we met een man of 18 naar de achtertuin van Roel Smit, de Kiersche Wijde. Een natuurgebied van Natuurmonumenten dat ligt tussen Wanneperveen en het Meppelerdiep in het Nationale Park Weerribben-Wieden. Er zijn rietlanden, trilvenen, graslanden, moerasbossen, meren, petgaten en een eendenkooi. We gaan er op zoek naar de voorkomende flora en fauna onder de bezielende leiding van Edwin de Weerd en Joop Verburg.
In het gebied hopen we libellen en hieraan gekoppeld de boomvalken te vinden die de libelles als hoofdvoedsel hebben. Omdat het voor de tijd van het jaar koud is, zijn de verwachtingen om veel libelles te zien, niet erg hoog gespannen. We zijn dan ook positief verbaasd als we bij de parkeerplaats direct al larvehuiden vinden op de bladen van de lissen. Dat betekent dat er al libelles uitgeslopen zijn! Onder de begeleiding van het gezang van de Rietzanger, Tjif Tjaf en Fitis lopen we verder het gebied in. We stuiten aan de rand van een bosje op een brandnetelgroep waarin we de Variabele Waterjuffer in grote aantallen zien. In de bomen erboven zien we de eerste Smaragdlibellen. Eerst één en als we beter kijken, hangt het er vol mee. Het voordeel van de kou is dat de libellen weliswaar zijn uitgeslopen, maar vliegen doen ze niet. We kunnen ze dan ook mooi op de foto zetten. We lopen door en verlaten het bosje. In de natuurweiden staan verschillende soorten zegges zoals de Blauwe Zegge en Oeverzegge. In het riet horen we de Snor, Tjif Tjaf, Fitis,  Zwartkop en de Rietzanger. Naast  planten als Lisdodde, Dotterbloemen, Pinksterbloemen, Krabbenscheer, Wateraardbei en Watereppe,  komen we ook een echte Koekoeksbloem tegen die de kou getrotseerd heeft en als een roze molentje staat te bloeien. De tweede libel die we tegen komen, is de Glassnijder. Boomvalken laten zich op deze ochtend echter niet zien. Wel zien we Vuurjuffers in de bosschage zitten.
Wat de morgen echt bijzonder maakt, is dat we getuige zijn van de geboorte van een libel. We vinden deze in een winderige strook met lissen en de libel lijkt het door de kou het niet te gaan redden. Op de warme handen van Tineke vind de libel echter toch weer de kracht om de reis uit zijn larvehuid te vervolgen. De regenbui die we hierna krijgen, kan hem echter alsnog de genadeslag hebben gegeven. Maar ook dat is de natuur.
 Het vrouwtje van het Oranjetipje zorgt voor het komend nageslacht door haar eieren af te zetten op een Pinksterbloem. Het is naast wat kleinere nachtvlindertjes, de enige vlinder die we die morgen zien. Wel vinden we de mooie rups van de Beervlinder met zin harige lijf.
Wat verderop in het gebied komen we op een veld waar het Moeraskartelblad in grote aantallen staat en in de bloei begint te komen. Wat verder in de tijd en het is een zee van zijn roze bloemen. Ook het Waterdrieblad staat hier in de bloei met zijn mooie witte franjebloemen. Omdat de regen het ondertussen wat minder aangenaam maakt, wordt besloten de route terug aan te vangen. Na een lekkere kop koffie als afsluiting nemen we voor die dag afscheid van een mooi gebied. Maar met van meerdere kanten het geluid om er zeker nog eens terug te keren.

Esther Metselaar

Bloeiend Moeraskartelblad	Waterdrieblad
Eierleggende Oranjetipje	Geboorte libel
Glassnijder	Rups Beervlinder
Smaragdlibelle	Variabele Waterjuffer
Vuurjuffer	Groep in de Kiersche Wieden
larvehuid van libelle	Smaragdlibel op neus Tineke Bos
idem op hoofd Anna de Graaff	Variabele waterjuffer
Roodporiehoutzwam op Wilg (speciaal voor Roel Smit)